Verslag Gorinchem

Als de docenten van het Lyceum Oudehoven uit Gorinchem één advies willen meegeven aan de staatssecretaris van Onderwijs, dan is het dit: stel het kind centraal, niet zijn cijfers. ‘We leiden leerlingen op voor het examen. Stimuleer liever hun passie, dan volgt het diploma vanzelf. Andersom gebeurt dat niet.’

Op 5 november 2015 ging het Platform Onderwijs 2032 in gesprek met leerlingen en docenten van het Lyceum Oudehoven over het onderwijs van de toekomst. Natuurlijk kunnen scholen de zaken best anders aanpakken, maar dat heeft alleen zin als het examen ook verandert. De directeur: ‘Het diploma zoals we dat nu hebben, geeft een eenzijdig, vooral cognitief beeld van een leerling. De mens is een sociaal wezen; die kant telt ook mee. Als ik een sollicitatiegesprek voer, vraag ik een docent nooit naar zijn kennis. Dat zit wel snor als hij zijn opleiding heeft afgerond. Wel wil ik weten hoe hij in het leven staat en dat hij over sociale vaardigheden en visie beschikt. Als school wil je een complete leerling afleveren aan de samenleving.’

Niet alleen het meetbare telt

Op het Lyceum Oudehoven vinden ze vorming belangrijker dan resultaten. Het afrekenen op cijfers houdt het huidige onderwijs in een wurggreep. Op school gebeurt veel moois wat niet getoetst wordt en waar de inspectie geen oog voor heeft. Bij de vrije vakken, zoals cultuur en lichamelijke opvoeding, is 80 procent van wat er wordt geleerd niet meetbaar en dus niet zichtbaar voor wie naar de cijfers kijkt. En dat is jammer. De docenten vinden dat een diploma niet alleen een bewijs moet zijn van de kennis die een leerling heeft opgedaan, maar ook van zijn sociaal-emotionele ontwikkeling. ‘Met passie, levensvisie en de wil om samen te werken, bereik je meer dan met een acht voor Nederlands of een ander vak,’ stelt een docent. ‘Met die bagage kun je iets voor de samenleving betekenen.’

Een collega stelt voor dat leerlingen een deel van hun kennis buiten de school opdoen. ‘Regel dat ze een dag in de maand stagelopen. Zo raken ze gemotiveerd voor een beroep of een vervolgstudie en weten ze beter wat ze willen. Van de baas krijgen ze normen en waarden mee en ze leren bovendien dat saaie taken erbij horen, net als op school. Van werk worden jongeren sneller volwassen.’

De decaan kan het daar alleen maar mee eens zijn. Ze spreekt veel leerlingen die hooguit voor sport warmlopen. De rest interesseert ze nauwelijks. ‘Als je veertien bent, is het lastig om erachter te komen wat je wil en waar je talenten liggen. We kunnen leerlingen daarbij helpen door ze een betere oriëntatie aan te bieden.’ We moeten in hen geloven, vindt de directeur. ‘Geef ze vertrouwen. Leerlingen kunnen veel meer dan we nu van ze vragen.’

Examen op meerdere niveaus

Op het Lyceum Oudehoven zijn ze een voorstander van passend onderwijs: ‘Vaak blinken leerlingen uit in één of twee vakken, maar doen ze eindexamen op het laagste niveau. Havoleerlingen mogen vakken op vwo-niveau volgen en er zelfs examen in doen, maar toch krijgen ze aan het eind van de rit een havodiploma. Dat is idioot. Als je het optimale uit een leerling wil halen, moet je hem de kans geven examen te doen op verschillende niveaus. Met een gemengd diploma beloon je motivatie en doe je recht aan de inspanningen van een leerling.’ Dat betekent wel dat universiteiten hun toelatingseisen moeten aanpassen. ‘Voor een universitaire studie hoef je niet op alle onderdelen een vwo-score te halen, alleen in die vakken die voor een bepaalde studie vereist zijn. We moeten een diploma niet belangrijker maken dan het is.’

 

Studiepunten in plaats van zittenblijven

Als de huidige manier van examinering op de schop moet, vraagt het Platform, wat is dan een goed alternatief? Een docent stelt voor om de bovenbouw in te richten zoals in het vervolgonderwijs: ‘Daar krijg je studiepunten voor behaalde tentamens. Scoor je een voldoende, dan heb je daarmee een vak afgerond. Haal je een onvoldoende, dan krijg je een herkansing. Je hoeft niet zoals bij ons te blijven zitten en alle vakken opnieuw te doen.’ Een leerling heeft een ander idee: ‘Vervang het centraal examen door schoolexamens. Het centraal examen is een hoogtepunt waar je maanden naartoe werkt, net als bij de Citotoets in het basisonderwijs. Op geen enkel ander moment in je leven wordt er van iemand gevraagd om op zoveel gebieden tegelijkertijd een prestatie te leveren. Natuurlijk moet je weten waar een leerling staat, maar waarom zou je dat niet kunnen meten door middel van schoolexamens?’

Maar als scholen zelf examens maken, ontstaan er misschien onderlinge verschillen, denkt een andere leerling. ‘Dan loop je het risico dat universiteiten gaan selecteren en alleen leerlingen aannemen van scholen die goed bekend staan. Krijgt iedereen dan wel een gelijke kans?’ Er kijkt altijd iemand mee, antwoordt de directeur. ‘De onderwijsinspectie houdt toezicht, maar de beste waarborg zijn mijn collega’s. We controleren immers elkaar. Ik ga ervan uit dat mijn docenten de lat zullen leggen waar hij hoort. Het zou een geweldige kans zijn wanneer we als scholen de regie over dit proces kunnen voeren.’

Meer vrijheid en verbinding

De meeste docenten van het Lyceum Oudehoven klinkt het advies van Onderwijs2032 als muziek in de oren. Toch zijn er ook kanttekeningen: ‘Geef scholen de tijd. Ideeën moeten wortel kunnen schieten. Anders krijgt de docent het voor de kiezen.’ Dat het onderwijs in zijn huidige vorm gedateerd is, daar is iedereen het over eens. De vakken veranderen inhoudelijk, ook door nieuwe inzichten vanuit de wetenschap, maar het onderwijskundige proces is al decennia hetzelfde. ‘Nog steeds zitten leerlingen in rijtjes en staat de docent voor de klas. Het is weinig sociaal wat er in de klas gebeurt.’

Ook de indeling in profielen is beperkend. ‘Je zou meer vakken of interesses willen combineren. Bouwkundigen zijn ook creatief en voor artsen kan uit oogpunt van ondernemerschap economie nuttig zijn.’ Alleen bij Natuur & Techniek zie je verbanden tussen de vakken, beaamt een leerling uit 6VWO. ‘En bij het profielwerkstuk. Dat is zo leuk! Het is de enige keer in mijn hele schooltijd dat ik echt bezig ben met wat ik later wil doen.’