interview NOT 2015

LerarenKamer en Leraren met Lef bieden startende leraren hulp op NOT 2015

‘Leren van en met elkaar brengt je als leraar verder’

‘Wat is er mooier dan leren van en met elkaar? Daarmee brengen we onszelf als beroepsgroep verder en kunnen we vooral ook startende leraren een hart onder de riem steken’, vindt Leraar van het Jaar 2012 en lid van de LerarenKamer Jan Verweij. Zowel de LerarenKamer als het netwerk Leraren met Lef bieden startende leraren inspiratiesessies, begeleidingsprogramma’s en handvatten. Vanzelfsprekend zijn beide netwerkorganisaties present op de NOT 2015, de grootste onderwijsvakbeurs voor professionals in het PO, VO en MBO. Tijdens de NOT, die van 27 tot en met 31 januari 2015 plaatsvindt in de Jaarbeurs in Utrecht, vinden speciale inspiratiesessies voor startende leraren plaats en vertellen Jan Verweij van de LerarenKamer en Renée van Eijk van Leraren met Lef wat hun organisaties doen om startende leraren van en met elkaar te laten leren.

In de LerarenKamer zetten alle voormalige Leraren van het Jaar zich gezamenlijk in voor hun beroepsgroep. Jan Verweij, docent Filosofie en Humaniora (Latijn, Grieks, filosofie, mythologie etc) aan het St-Odulphuslyceum in Tilburg, is een van hen. Met pijn in het hart ziet Verweij nogal wat leraren, niet lang nadat ze gestart zijn, de handdoek in de ring gooien. “We vinden dat we als voormalig Leraren van het Jaar een rol kunnen spelen bij het ‘binnenhouden’ van deze leraren door het bieden van betere begeleiding”, zegt de bevlogen Verweij. “Een goede begeleiding binnen de eigen school is noodzakelijk, maar minstens zo belangrijk is de bovenschoolse begeleiding. We noemen dat de ‘inductie in het onderwijs’: een introductie- en begeleidingsprogramma binnen het onderwijs in de breedte.”

Ervaringen uitwisselen
Vergrijzing van de beroepsgroep leraren zorgt ervoor dat het aantal vacatures dat ontstaat groter is dan de nieuwe generatie kan invullen. En dat ondanks het feit dat er minder kinderen in de schoolgaande leeftijd zijn. Het is dus van het grootste belang dat degenen die voor het onderwijs gekozen hebben, daar ook voor behouden blijven.
Op verzoek van minister Bussemaker ontwikkelde de LerarenKamer een introductie- en begeleidingsprogramma voor startende leraren. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap financiert het project. Verweij: “We willen beginnende leraren in contact brengen met vakgenoten van andere scholen. Mijn eerste jaar was een ramp. De proppen papier vlogen me om de oren. Wat had ik het prettig gevonden als ik dit soort dingen had kunnen delen met leraren die ook net begonnen waren. Mijn naaste collega’s vertelde ik niets. Dan zou ik me erg kwetsbaar opstellen en kon ik die vaste aanstelling wel vergeten. Maar niet alleen over orde houden had ik met anderen willen praten. Ik had in die beginjaren grote behoefte om veel ervaringen uit te wisselen met andere startende leraren en te leren van vakgenoten die al jaren voor de klas stonden.”

Wegenwacht
Ons inductieprogramma richt zich op leraren die maximaal drie jaar voor de klas staan”, licht Verweij toe. “We bewandelen vier wegen. Leden van de LerarenKamer trekken het land in en vertellen op scholen en tijdens bijeenkomsten hun gepassioneerde verhaal waarom het vak van leraar een geweldig beroep is. Ook bieden we studenten van lerarenopleidingen en startende leraren meeloopdagen aan bij ervaren leraren. Ze krijgen een waarheidsgetrouw programma, zodat ze werkelijk ervaren wat het leraarschap inhoudt. Daarnaast hebben we een soort Wegenwacht in het leven geroepen, in de vorm van trajectbegeleiding. Startende leraren kunnen bij de LerarenKamer terecht met al hun vragen. Onze leraren kunnen bijvoorbeeld vertellen hoe zij het klassenmanagement doen. En kunnen we een vraag niet beantwoorden, dan brengen we de betreffende leraar in contact met een vakgenoot die dat wel kan. Tot slot organiseren we Startersdagen. Dat zijn inspiratiedagen, waarbij leraren elkaar vertellen over hun passie, ze delen ervaringen en gaan met elkaar in gesprek over alle onderwerpen die het leraarsvak aangaan.”

Lerarenregister
“Wat geldt voor startende leraren, geldt eigenlijk ook voor leraren met jarenlange ervaring”, stelt Verweij. “Als LerarenKamer zijn we groot voorstander van ‘Leven lang leren’, Daarom vinden we het Lerarenregister ook zo belangrijk. Daarmee kwalificeer en valideer je alle bij- en nascholing. Het maakt een einde aan flutcursussen. Het niveau van de bij- en nascholing, en dus van de leraren, gaat omhoog, waardoor het aanzien van het beroep stijgt. Het Lerarenregister geeft houvast bij de professionaliseringsslag die we voor ogen hebben. Leraren die weigeren zich te laten bijscholen krijgen problemen. En terecht. Wij zijn een van de laatste beroepsgroepen die dit niet goed hadden geregeld. Je gaat toch ook niet naar een arts die zijn vak niet bijhoudt?”

Trots
Renée van Eijk, voorzitter van Leraren met Lef, was op een haartje na Leraar van het Jaar 2014 in de categorie basisonderwijs. Van Eijk geeft les aan groep 4 van Combinatie 70 in Rotterdam. Van Eijk, begin 30, staat zelf alweer negen jaar voor de klas. Sinds dit jaar is ze voorzitter van Leraren met Lef, een netwerk van enthousiaste leraren ontstaan vanuit een LinkedIn-groep. Ook Leraren met Lef krijgt ondersteuning van het ministerie van OCW. Leraren met Lef is een ambitieuze stichting. “Het is ons streven om zoveel mogelijk leraren zoveel mogelijk voldoening uit hun vak te laten halen”, aldus Van Eijk. “We willen trots kunnen zijn op ons vak en het aanzien daarvan verhogen.” Jaarlijks organiseert Leraren met Lef een landelijke manifestatie en tal van regionale manifestaties. Het bestuur bestaat uit leraren van po, vo en mbo. Van Eijk: “Onze leden staan voor de klas of hebben een nauwe relatie met het onderwijs. Verbinding staat centraal. We willen leraren met elkaar in contact brengen, zodat ze kunnen leren van en met elkaar. We binden gelijkgestemden die positief naar hun vak kijken. Als een leraar met lef ergens kritiek op heeft, dan kijkt hij of zij altijd welke bijdrage geleverd kan worden om datgene waar kritiek op is te verbeteren.”

Laagdrempelig en hulpvaardig
“Als er één beroepsgroep belangrijk is voor de toekomst, dan zijn het wel leraren”, stelt Van Eijk. “Tenminste, als we het goed doen.” Leraren met Lef wil in haar netwerk leraren gelegenheid bieden zich professioneel verder te ontwikkelen. “Als startende leraar is het belangrijk dat je goed weet bij wie je op jouw school terechtkunt”, weet Van Eijk uit ervaring. “Het is vooral aan scholen om startende leraren zich in een warm bad te laten voelen. Dat kan bestaan uit collega’s die regelmatig vragen hoe je dag was. Ervaren collega’s, waarbij je altijd terecht kunt als je ergens mee zit of ergens niet uitkomt. Heel laagdrempelig en hulpvaardig. Ik heb op mijn pabo-opleiding bijvoorbeeld helemaal niet kunnen oefenen met het houden van rapport- en oudergesprekken. Ook had ik nog nooit een groepsplan gemaakt. Daar heb ik flink wat hulp bij nodig gehad van mijn ervaren collega’s. Ik vind eigenlijk dat een leraar die een stagiair begeleidt, deze leraar in spe bij al dit soort werkzaamheden zou moeten betrekken. Ik denk dat veel mensen in de eerste jaren afbranden, omdat ze onderschatten wat er naast het lesgeven in de klas allemaal bij het leraarschap komt kijken. Die werkzaamheden kunnen veel druk veroorzaken. Leraren met Lef gaat hierover in gesprek met de pabo’s.”

Vlammetje
Naast die begeleiding binnen school wil Leraren met Lef tijdens haar netwerkbijeenkomsten aanmoedigen dat (startende) leraren ervaringen delen en actiever het heft in eigen handen nemen om het onderwijs te verbeteren. Van Eijk: “We inventariseren wat er in het land gebeurt. We zoeken contact met schoolleiders. Inmiddels is er ook een club ‘Directeuren met Lef’ opgestaan. We kijken waar we elkaar kunnen versterken. Na de afgelopen bijeenkomst kreeg ik van een collega het bericht: ‘Jullie hebben mijn vlammetje weer aangewakkerd’. En dat is nou precies onze bedoeling.”

Tekst: Brigitte Bloem