Het mooie roze en het CSE
In iedere beroepsgroep doen spookverhalen de ronde. Spookverhalen worden altijd verteld door fantasten en/of door mensen die deze gehoord hebben van ánderen die ze op hun beurt weer gehoord hebben van ánderen. In onze beroepsgroep zijn deze ‘broodjes-aap’ verhalen altijd afkomstig van ánderen die ze van ánderen van ándere scholen gehoord hebben. Zo gaan er rond deze (examen-)tijd weer verhalen over scholen waar het SE een 8 liet zien en het CSE slechts een 5, en niet eens eenmalig bij één leerling, welnee joh: structureel, wijdverbreid en ook nog bij verschillende vakken tegelijk. Alsof onze collega’s zó weinig integer zijn, alsof onze inspectie zó dom is. We halen bovendien onze eigen beroepsgroep zo door het slijk; een dergelijk beledigend (en dus ook zelfbesmettend) spookverhaal is helaas óók koren op de molen voor de CSE-aanhangers en vooral van diegenen die vinden dat de cijfers van SE en CSE eigenlijk niet uit elkaar mogen liggen (terwijl ieder weldenkend mens genoeg redenen kan bedenken om een verschil te rechtvaardigen!).
Het mooie roze en Ajax
Terwijl ik dit schrijf, kijk ik met één oog naar de BRT; Vincenzo Nibali ligt aan kop in laatste bergetappe in de Giro. Nibali gaat denk ik de roze trui in de Giro winnen; hij is over alle etappes genomen de snelste. In de Amstel Gold deed hij wel onder voor Roman Kreuzinger, maar toch vinden we prestatie van de Siciliaan veel beter.
Ajax is dit jaar kampioen geworden: verdeeld over 34 wedstrijden haalden de godenzonen de meeste punten, ook al verloren we twee keer van Vitesse. Toch vinden we Ajax kampioen en niet Vitesse.
De momentopname moet het namelijk afleggen tegen wat het fundament van de statistiek en de verantwoording van ons hele gedrag geeft: de herhaalde waarneming.
Het CSE
Mijn leerlingen 6 vwo hebben dit jaar goed hun best gedaan. Ze staan maar liefst 7,2 gemiddeld, een gemiddelde dat tot stand is gekomen door bij ieder 4 cijfers de middelen. Die 4 cijfers waren overigens tot stand gekomen door 7 werken te maken. Ik was trots, maar ik ben dat minder nu ik aan het nakijken ben: met de norm van vorig jaar komen zij op een 6,6 uit. Mijn rector trekt nú al een rimpel in haar voorhoofd: een verschil meer dan 0,5 is niet toegestaan door de inspectie!!
De momentopname wint het, de bestraffende vinger gaat al omhoog.
Wanneer staan schoolbestuurders op om een waarderingsvorm die maar één keer in een schoolperiode uit de oude kast wordt getrokken – daarvoor niet, daarna ook niet meer -, veel organisatie, spanning, oneerlijkheid en een enórme uitval aan lessen teweegbrengt over boord te gooien?
En die spookverhalen dan? Want dat wij integer zijn, weten we wel, maar hoe zit het met die ánderen-op die-ándere-scholen dan? Wat doen we daaraan?
Op HBO’s en universiteiten zijn visitatie-commissies die tentamens opvragen, nakijkmodellen bestuderen, normen tegen het licht houden, kortom integriteit bewaken. Kwaliteitsbewaking kan zoveel beter en ook zo veel simpeler.
Graag het CSE dus bij het vuilnis! Het CITO kan dan bovendien veel efficiënter ingezet worden.
Of is toch het wantrouwen jegens de ander de drijfveer om alles in stand te houden? Gaan we Ajax een boete geven omdat het van Vitesse verloor? Gaan we Vitesse tot kampioen kronen?
Geloof me: spookverhalen en nostalgie zijn slechte raadgevers.
Nibali wint overigens net zijn tweede etappe zie ik nu; ja, hij verliest er dus negentien, maar wordt wel de terechte winnaar van de roze trui, terecht vanwege de herhaalde waarneming.
Jan Verweij, Leraar-van-het-Jaar,
docent Filosofie St.-Odulphuslyceum te Tilburg.