De Omkering – ingezonden brief

De Staatssecretaris en de Omkering (van alle waarden)

De examens van tienduizenden leerlingen zijn de afgelopen weken nagekeken: de eigen docent corrigeerde ze als eerste, daarna mocht een tweede corrector er nog eens naar kijken.  Zo ging het al jaren én … zo ging het al jaren goed. Verhalen over ándere scholen waar ándere docenten bij ándere vakken het niet zo nauw namen, deden al jaren de ronde, maar iedereen wist wel dat het RTL-Boulevardverhalen zijn: leuk om te vertellen, maar niet waar.
Het waren ook altijd ánderen die dat vertelden overigens, geen docent voelt zich Albert Verlinde.

Nu heeft de staatssecretaris besloten om vanaf volgend jaar de volgorde van het corrigeren om te draaien: eerst de corrector van buiten de school, pas dan de eigen docent.

Beste staatssecretaris: u twijfelt blijkbaar aan de integriteit van de héle beroepsgroep. Dat op zich is voor een staatssecretaris van Onderwijs al een grote zonde.

Ik zal u vertellen wat er altijd gebeurde: de tweede corrector haalde er hier een puntje af, deed er daar een puntje bij; gerommel in de marge omdat de examens altijd goed werden nagekeken.
Maar ik zal u ook vertellen wat er gáát gebeuren: de tweede corrector – de eigen docent – gaat er natuurlijk geen puntje bij zijn eigen leerlingen afhalen, hij gaat alleen proberen er bij zijn eigen leerlingen een puntje bij te krijgen. En waarom? Omdat we niet roomser willen zijn dan de paus, omdat we hart hebben voor onze leerlingen.

Mocht u niet willen luisteren naar allerlei principiele bezwaren tegen uw plan, bedenk dan s.v.p. wél even dat u de integriteit van mijn beroepsgroep wel érg hoogacht (en ik u misschien wel ga teleurstellen). Kijk, dat siert u weer!

Of was het juist andersom?

dr. J. Verweij,
docent Filosofie, St.-Odulphuslyceum.