Graffiti op de heren-wc

Het wielrennen is dé voedingsbodem voor de literatuur: ‘we’ hádden al de mooiste openingsalinea van de héle literatuur in DE RENNER van Tim Krabbé:

Warm, bewolkt weer. Ik pak mijn spullen uit mijn auto en zet mijn fiets in elkaar. Vanaf terrasje kijken toeristen en inwoners toe. Niet-wielrenners.
De leegheid van hun levens schokt me.

ook al de mooiste metafoor:

Er is niets zo mooi als de glad geschoren benen van een goed getrainde wielrenner, met dijbenen waaruit zware spieren als een soort waterkeringen oprijzen en met lange, losse kuitspieren die, als zij uitgeschud worden, doen denken aan een in zomerbries ruisende vitrage…

ook al de mooiste clubnamen:

Altijd hard! en B.E.T.S. (Beschaafd En Toch Snel), S.U.S.T. (Samen Uit Samen Thuis) en de mooiste: N.L.M.D.F. (Niet Lullen Maar Door fietsen)

(die van Fausto Coppi heette simpel Doppolavoro)

maar ….. nu ook de mooiste graffiti, want op het herentoilet in het Velodrome las ik:

Ik hout zo van de baan…

en ook:

De spieren in mijn benen huilden vandaag mee.
Tranen met kuiten.

De Nobelprijs voor de literatuur !

summersprint-11