Jan Verweij: ‘Trojaanse Oorlog en Leraar van het Jaar’
Het allermooiste aan de verkiezing vond plaats enige minuten vóór de bekendmaking: een leerling uit de eerste klas die was meegegaan, kwam naar me toe en vertelde me dat hij vond dat ik zo mooi kon vertellen; het verhaal over de Trojaanse Oorlog die begint met de godin Eris die tussen de aanwezigen een gouden appel gooit met het opschrift ‘voor de mooiste’ had hem zó geraakt dat hij er een boek over had gekocht. Hij duwde me wat verlegen een doosje in mijn hand en draaide zich om. In het doosje zat een appel, keurig goud gespoten met daarop in kleine letters ‘voor de beste’.
Ik smolt, mijn dag was al goed en zou – zo bleek later – nog beter worden.
Ambassadeur
Deze week mocht ik ter gelegenheid van de Dag van de Leraar in Hilversum mijn opvolger bekend maken; de eer van Leraar van het Jaar vo 2013 valt Jan Willem van den Bos uit Purmerend ten deel, een kei van een docent. Om te voorkomen dat ik een beetje als een bloemenmeisje op het podium zou staan, sprak ik hem ook nog even toe. Ik zei iets over dat Jan Willem nou niet opeens de beste docent is, ook niet de leukste, zelfs niet de slimste, maar dat hij ambassadeur van het onderwijs is en vertelde wat dat volgens mij betekent. Eigenlijk sprak ik over zijn hoofd, ja over alle hoofden in de zaal heen tot Ferry Haan die laatst een denigrerend stukje in de Volkskrant had geschreven: deze verkiezing zou namelijk niet nodig zijn omdat die niet nodig is, en meer van dat soort sterke argumentatie.
Zuurpruim
Ik zag de twaalf genomineerden die in spanning zaten te wachten: allemaal keien van collega’s met als overeenkomst een passie voor het onderwijs die er vanaf spat. En ik voelde mij juist daardoor het bloemenmeisje, maar wel een met een mand vol passiebloemen die ik had meegenomen bij alle bezoeken aan zoveel scholen, na gesprekken met zoveel docenten en leerlingen.
Achter in de zaal zag ik dat één man een kleine zuurpruim tussen de aanwezigen had gegooid om het feestje te verstoren, maar dat dat niet was gelukt. Ik zag hem teleurgesteld bukken en ik kon nog net het opschrift lezen: ‘voor de zuurste’. Hij draaide zich teleurgesteld om en stelde zich aan mij voor, maar in het enthousiaste en vooral in het sprankelende feestgedruis heb ik zijn naam niet goed kunnen verstaan…