En Hij zag dat het goed was.
Niets menselijks is de Schepper vreemd: na zes hele dagen scheppen rustte Hij een hele dag uit, want zag Hij al dat het goed was. Hoewel….. een ander zou misschien de 20e eeuw even afgewacht hebben met zijn oordeel, maar niet Hij: het was goed en húp: Hij rustte een hele dag. Het gezegde ‘Na gedane arbeid is het goed rusten’ werd zo een bijvangst van de schepping (en verderop in de geschiedenis het begin van de winkelvrije zondag, maar nu dwaal ik al wel erg af).
Noem het nu bluf, overmoed of zelfs hoogmoed, maar op dit punt van evaluatie zijn wij het grondig oneens, Hij-van-Hierboven en ik-hier-beneden. Ik acht de wereld na al die eeuwen namelijk nog steeds voor verbetering vatbaar, op tál van punten zelfs. Had Hij het mij gevraagd (ja ik weet wel, ik was er nog niet), ik zou het Hem gezegd hebben en minstens voorzichtig een second opinion aangeraden hebben.
Wouter Bos hoorde ik eens in een interview zeggen dat de wereld van nature rechts is. Er verandert nou eenmaal niets als wij niet ingrijpen. De wereld is kortom van nature conservatief in letterlijke zin. Rechtse mensen zijn dan ook van nature gelukkiger, ook gezelliger in de kroeg voegde hij er aan toe: ‘het is goed zo’ zit hen in de genen.
Aan dit alles moest ik denken toen ik als Leraar-van-het-Jaar gevraagd werd een identiteitsnota van een onderwijsinstelling te becommentariren. Ik las hierin dat een van de doelen van onderwijs zou zijn de leerlingen voor te bereiden op de maatschappij. In andere beleidsnota’s las ik hetzelfde: de school dient leerlingen voor te bereiden op de maatschappij. Het leek wel of iedereen dat zó vindt! Ik kon verder veel onderschrijven van wat ik las, over doelen, over middelen, over voorwaarden van rust, veiligheid en vertrouwen, maar voorbereiden? Inpassen? Mogen wij de school gebruiken als een conservatief instrument? Is het niet veeleer zo dat wij leerlingen opleiden – met allerlei doelen op allerlei verschillende manieren – om de maatschappij juist te vormen, te hervormen? Dat alles met als doel om een betere maatschappij dan deze in welke vorm dan ook te creëren? Is zelfgenoegzaamheid anders niet een overheersend kenmerk van ons onderwijs?
Daarom, collega’s, roep ik jullie op te stoppen met dat inpassen en het op maat maken van die leerlingen: een vleugje meer veranderingsgezindheid, een snufje meer progressiviteit en een onsje meer maatschappijkritiek horen meer bij onderwijs dan sommigen wensen. Wouter, wees gerust: de school is in mijn ogen van nature juist progressief, de gedachte van dat inpassen zit er alleen nog te diep in, het is nog niet goed, maar het komt wel goed. De Tom-Tom moet alleen anders ingesteld worden: ‘neem bij de eerst volgende kruising de afslag links’.
Jan Verweij,
Leraar-van-het-Jaar 2012
docent filosofie St.-Odulphuslyceum, Tilburg.