Nog maar een keer omdat het zo’n mooi gedicht is:
Ithaka
Als je de tocht aanvaardt naar Ithaka, wens dat de weg dan lang mag zijn, vol avonturen, vol ervaringen.De Kyklopen en de Lairstrygonen, de woedende Poseidon behoef je niet te vrezen, hen zul je niet ontmoeten op je weg wanneer je denken hoog blijft, en verfijnd de emotie die je hart en lijf beroert. De Kyklopen en de Laistrygonen, de woeste Poseidon, je zult hen niet ontmoeten als je ze niet in je eigen geest meedraagt, je geest hen niet gestalte voor je geeft.
Wens dat de weg lang mag zijn. Dat er veel zomermorgens zullen komen waarop je, met vreugde en genot zult binnenvaren in onbekende havens, pleisteren in Phoenicische handelssteden om daar aantrekkelijke dingen aan te schaffen van parelmoer, koraal, barnsteen en ebbenhout, ook opwindende geurstoffen zoveel je krijgen kunt; dat je talrijke steden in Egypte aan zult doen om veel, heel veel te leren van de wijzen.
Houdt Ithaka wel altijd in gedachten. Daar aan te komen is je doel. Maar overhaast de reis in geen geval. Beter is dat die jaren duurt, zodat je oud zult zijn wanneer je bij het eiland het anker uitwerpt, rijk aan wat je onderweg verwierf, en niet wachtend dat Ithaka je rijkdom schenken zal.
Ithaka gaf je de mooie reis. Was het er niet, dan was je nooit vertrokken, verder heeft het je niets te bieden meer. En vind je het er wat pover, Ithaka bedroog je niet. Zo wijs geworden, met zoveel ervaring, zul je al begrepen hebben wat Ithaka’s beduiden.
K.P. Kafavis (1863 – 1933)