Verslag De Vlashof 2032

 

Verslag van Karin en Jacqueline:

Op 22 oktober reisde Platform Onderwijs2032 af naar De Vlashof in Tilburg voor een gesprek over het onderwijs van de toekomst. Uitwisseling is belangrijk, vinden ze op de katholieke basisschool: ‘Eigenlijk is elke school is een eiland, iedereen vindt overal het wiel opnieuw uit. Op De Vlashof zeggen we: we leren van en metelkaar. Dat geldt daarbuiten ook.’
‘Welke veranderingen zou je doorvoeren als je minister van Onderwijs was?’ Over die vraag hoeven de leerkrachten van De Vlashof niet lang na te denken. Iedereen heeft een wensenlijstje. Zoals: meer thematisch onderwijs, minder druk van toetsen en methodes, meer denken vanuit het kind en zijn individuele talenten, minder maatschappelijke vraagstukken bij scholen leggen, meer aansluiten bij de belevingswereld van kinderen, samenwerkend leren in plaats van docerend, de digitale revolutie ook in het onderwijs toelaten en leerlingen op een brede en speelse manier kennis laten verwerven.
De leden van het Platform luisteren instemmend. Al deze ideeën en wensen zijn terug te vinden in het voorlopige advies dat op 1 oktober is gepresenteerd. ‘Thematisch onderwijs is zinvoller voor kinderen omdat het meer raakvlakken heeft met hun wereld,’ vindt de directeur van De Vlashof. ‘Dat motiveert kinderen. Bovendien stimuleert deze aanpak de samenwerking met anderen. Leren doe je overal: op straat, thuis, van je vrienden, in de bibliotheek. School is een van de plekken waar je kennis opdoet. De leraar helpt je daarbij, maar is niet per se  altijd degene die kennis overdraagt.’ ‘Een kind moet eigenaar zijn van zijn eigen leerproces,’ vult een docent aan. ‘Hij moet ook bij een andere leerkracht terecht kunnen als hij dat nodig heeft. Dat kan alleen als we het vaste, klassikale systeem loslaten en klasdoorbrekend onderwijs op het niveau van het kind aanbieden.’

Keuzes maken

In het voorlopige advies van Onderwijs2032 staat de aanbeveling om vroeg met Engels te beginnen, het liefst al in groep 1. Wat betekent dit voor een multiculturele school als De Vlashof? ‘We zijn blij als ze het Nederlands goed beheersen. Dat is niet vanzelfsprekend. Op school krijgen kinderen al veel Engels mee. We zingen Engelse liedjes, oefenen de dagen van de week, kijken naar Dora en soms komt er een nieuwe leerling in de klas die alleen Engels spreekt. Het is een wereldtaal en dus is het belangrijk, maar onze realiteit is dat het Nederlands van nogal wat leerlingen mager is.’
Tweetaligheid is verrijkend, beamen de docenten, maar daarvan is al sprake. Veel leerlingen van De Vlashof spreken thuis ook een andere taal, vaak Arabisch of Turks. Meer tijd inruimen voor Engels betekent iets prijsgeven, denken ze. Er zal iets uit het rooster moeten verdwijnen. Wat mag eruit, wil het Platform weten? Dat vinden de leraren een lastige vraag. Er moet zoveel en de uren zijn beperkt. Ze missen juist tijd voor andere belangrijke zaken, zoals drama, muziek, persoonsvorming en sport. Kinderen zitten veel te lang stil. Als ze tussendoor een halfuurtje bewegen, verbeteren hun resultaten en gaat de opname van nieuwe kennis veel sneller. Doen en leren tegelijk, dat is wat hun leerlingen motiveert. Thematisch onderwijs en digitale hulpmiddelen lossen het tijdsprobleem wellicht op, maar lopen leerlingen geen achterstand op? Een leerkracht licht haar twijfel toe: ‘Een timmerman hoeft misschien niet perfect te kunnen spellen, maar zolang taal- en rekentoetsen overal gelden, ook in andere opleidingen, moeten we ervoor zorgen dat kinderen beantwoorden aan wat er van ze verwacht wordt.’

Een momentopname
Het is goed dat de aangeboden stof getoetst wordt, vinden ze op De Vlashof, maar de druk van methodes en toetsen is hoog. Een leerkracht: ‘Ik heb er moeite mee dat bij rekenen ook de leesvaardigheid wordt getoetst. Dan vraag ik me af wat Cito eigenlijk wil meten.’ Komt er uit een toets altijd wat je verwacht, wil het Platform weten. ‘Ik ken de kinderen in mijn klas goed,’ antwoordt een docent. ‘Daar ben je immers leerkracht voor. Ik durf te zeggen dat ik het vaker bij het rechte eind heb dan Cito.’ Een toets blijft een momentopname. ‘En al heb je in een schooljaar nu zestien van die momentopnamen, de uitslagen zijn zelden verrassend. Je kunt al vroeg een inschatting maken van de capaciteiten van kinderen. We volgen ze acht jaar, maar eigenlijk weet je in grote lijnen al in groep één wie er straks waarschijnlijk naar de havo gaat en wie naar het vmbo.’

Een tip voor de staatssecretaris
Wat mag er beslist niet ontbreken in het advies, vraagt het Platform. De directeur: ‘Aandacht voor kunst en cultuur. We zijn allemaal vol van sport, maar kunst laat ons op een andere manier naar de wereld kijken. Esthetiek prikkelt de creativiteit en creativiteit is belangrijk, ook bij het leren. Dat zou ik de kinderen graag willen bijbrengen. Kunst en cultuur zitten momenteel in het verdomhoekje. Het moet allemaal nuttig zijn, maar iets mooi vinden, ergens van genieten, is gewoon fijn. En dat mag.’

Heeft De Vlashof nog een tip voor de staatssecretaris als die straks het definitieve advies presenteert? ‘Liever niet de tactiek volgen: hier is het plan en hoe scholen dat uitwerken mogen ze zelf bedenken.’ Toch zal het daar juist op neerkomen, stelt het Platform. ‘Essentieel in onze visie is dat scholen meer ruimte krijgen om hun onderwijs zelf vorm te geven. Dat De Vlashof kan zeggen: wij kiezen er niet voor om al in groep 1 Engels te geven, want we vinden het belangrijk dat onze kinderen eerst goed Nederlands leren. Minder regels van bovenaf: die roep horen we overal. Al begrijpen we heel goed dat sommige scholen aan die vrijheid zullen moeten wennen.’

Vlashof