H.A.V.O. O.V.A.H.
Hoger Algemeen Voorgezet onderwijs – Op Veler Advies Herzien
Een interview over verandering
op het St.-Odulphuslyceum in Tilburg
Voor mij zitten Jan Beesems, conrector HAVO, en Michel Pijpers, onderwijscoördinator, vernieuwer, initiator en vooral: out-of-the-box denker. Beiden hebben hun sporen verdiend, de eerste als adjunct van beste Havo enige jaren geleden, de tweede als bedenker van het nieuwe concept dat zoveel bijval krijgt: een school zonder zitten blijven!
Wat was de aanleiding tot het bedenken van een dergelijk concept? Er waren er vele, krijg ik te horen. De doorstroom van 2 naar 3 havo was op het St.-Odulphuslyceum om te huilen, huiswerk maken was ‘not done’, verwijderingen waren aan de orde van de dag en de havo werd een beetje het afvalbakje van de school. Welke school herkent dit niet?
Bovendien was er algemeen gevoelen dat havo toch iets anders moest zijn dan vwo met een vak minder en ook met wat minder diepgang: een stukje kleiner, korter en met een kaasschaaf behandeld. De havist denkt, voelt en leert anders: spontaan, enthousiast, praktisch, maar ook minder theoretisch, gedisciplineerd en geconcentreerd (ja, het zijn generalisaties, maar wel erg herkenbaar!).
Her roer moest om. Een compleet nieuw concept (een OVAH bijna!) werd op poten gezet en gesprekken werden gevoerd. Collega’s enthousiast maken, directie overtuigen, ouders informeren en de inspectie verantwoording afleggen: allemaal veel moeilijker dan de leerlingen mee krijgen! Maar het lukte! De belangrijkste onderwijsprincipes werden geformuleerd – o.a. leren is een activiteit in de klas / leren doe je samen, met en van elkaar / leren heeft een relatie met de buitenwereld / leren geeft succeservaringen / leren is zelfverantwoordelijk worden / vakken blijven herkenbaar – en heel voorzichtig kwam er bij, als een soort onontkoombaar gevolg, dat zitten blijven tot het verleden zou moeten gaan behoren.
Wat?
Niet meer blijven zitten?
Nee: niet meer blijven zitten.
Doubleren is nou eenmaal geen succeservaring: alles moeten overdoen omdat één of twee onvoldoendes te veel prijken op het rapport is slecht voor de motivatie en (dus) slecht voor de houding t.a.v. school; en vanuit het standpunt van de leraar bekeken, zo vult Michel aan: een zittenblijver is slechts zelden een echte verrijking voor de klas. Zo’n leerling heeft een relatief simpel jaar en dan, ja dan komen de problemen meestal wel terug.
Dat alles vraagt wel een nieuwe manier van kijken vaar onderwijs en naar de leerling. En ook van de leerling naar zichzelf! Het monitoren en het voortdurend bijhouden hoe het gaat is een van de moeilijkste taken van een leraar. Maar als op het einde van de rit in juni niet meer van belang is om alleen te kijken naar de cijfers en dan te bevorderen of wel te laten blijven zitten, dien je anders met je onderwijs om te gaan.
Is het anti-doubleren beleid dan het voornaamste doel? Nee, zoals gezegd was het meer een uitkomst dan een startpunt. Het onderwijs zelf wordt compleet anders ingericht, met meer aandacht voor uitdagend werk, met kerndoelen als uitgangspunt, zoveel mogelijk contextrijk, met een mix van summatief, formatief en duurzaam beoordelen.
Maar blijft alles bij ouders en leerlingen niet hangen als een school waar je niet kunt (hoeft) doubleren?
Beide heren lachen en halen hun schouders op: wat zou er mis zijn als dat inderdaad het beeld werd?
Een volgende keer méér over de andere manier van lesgeven.